Het Marburg-virus kan hoge koorts en klachten veroorzaken zoals spierpijn, buikkrampen, diarree en bloederig braaksel. Het is dodelijk in 80 tot 90 procent van alle gevallen. Mensen raken besmet door direct contact met de lichaamsvloeistoffen van besmette mensen, zoals bloed, en niet via de lucht. De incubatietijd bedraagt 2 tot 21 dagen.
De ziekteverwekker is vernoemd naar de Duitse stad omdat laboratoriummedewerkers daar in 1967 bij proefapen besmet raakten met het voorheen onbekende virus. Sinds 1967 is er geen uitbraak van de ziekte meer geweest in Duitsland.
Het marburgvirus is een zogeheten ‘filovirus’, nauw verwant aan ebola. Het virus is afkomstig uit fruitvleermuizen, maar kan zich ook van mens op mens of dier op mens verspreiden via besmette lichaamsvloeistoffen.
Volgens het Bernhard Nocht Instituut voor Tropische Geneeskunde (BNITM) is een van de reservoirs en een vector voor het Marburg-virus de Egyptische vliegende vos. Onlangs brak het virus opnieuw uit in Rwanda. Tot nu toe zijn tien patiënten overleden aan de virusziekte, meldde minister van Volksgezondheid Sabin Nsanzimana op Platform X. In totaal werden op 1 oktober 29 gevallen bevestigd.