Cognitief heeft betrekking op intelligentie en de verwerking van informatie door je hersenen. Cognitief betekent “verstandelijk”.
Het gaat over de functies van de menselijke hersenen :
- het vermogen om na te denken
- vermogen om te kunnen leren
- dingen te memoriseren en weer uit ons geheugen op te halen
- fantaseren
- hypothetische situaties te projecteren, te
- redeneren
- het vermogen om kennis uit te wisselen
Cognitieve stoornissen
Bij het ouder worden gaan de cognitieve functies achteruit. Als dat heel snel of in hevige mate gebeurt, spreken we van een cognitieve stoornis. Mensen kunnen moeilijkheden hebben met het herinneren van recente gebeurtenissen en informatie. Ook kunnen ze problemen hebben met taal, denken en beslissingen nemen. Maar het hoeft nog niet te betekenen dat zij dement worden.
Ook is cognitieve achteruitgang een langzaam voortschrijdend proces waarbij voeding een belangrijke rol kan spelen. Deze achteruitgang kan in dementie uitmonden, wat bij 1% van de 65-plussers voorkomt en bij 40% van de 90-plussers. Een verhoogd gehalte aan homocysteïne is een risicofactor voor de ziekte van Alzheimer en bekend is dat B-vitamines dit gehalte kunnen verlagen.
Cognitieve problemen kunnen voorkomen na een beroerte of psychose, bij hart- en vaatziekten of een depressie.