Paul Alexander is een van de laatste mensen die in een ijzeren long leeft nadat hij in 1952 op zesjarige leeftijd polio kreeg. Hij gebruikt de ijzeren long al meer dan 70 jaar en is een pleitbezorger geworden voor poliobewustzijn en het belang van vaccins.
De ijzeren long, ook wel een onderdrukventilator genoemd, is een grote horizontale cilinder die is ontworpen om de ademhaling te stimuleren bij patiënten die de controle over hun ademhalingsspieren hebben verloren. Het hoofd van de patiënt is buiten de cilinder zichtbaar, terwijl het lichaam binnenin is verzegeld. De luchtdruk in de cilinder wordt gecirculeerd om het in- en uitademen te vergemakkelijken.
Hij kan wel heel even buiten de ijzeren long ademen. Maar het is te vermoeiend en niet lang vol te houden.
Halverwege de 20e eeuw werden ijzeren longen op grote schaal gebruikt voor de behandeling van patiënten met polio, een zeer besmettelijke virusziekte die verlamming en ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Met de ontwikkeling van het poliovaccin in de jaren vijftig en zestig nam de incidentie van polio echter dramatisch af en werd het gebruik van ijzeren longen minder gebruikelijk.
Tegenwoordig zijn er slechts een handvol mensen in de wereld die voor hun overleving nog steeds afhankelijk zijn van ijzeren longen. Paul Alexander is een van hen, en zijn verhaal herinnert ons op krachtige wijze aan het belang van vaccinatie en de impact die polio heeft gehad op de levens van veel mensen.