Het idee dat een hoog cholesterol hartaandoeningen veroorzaakt, is zo wijdverbreid dat het eigenlijk als een vaststaand feit werd beschouwd. Een hoog cholesterolgehalte wordt als een van de belangrijkste risicofactoren voor hartziekten gezien. In supermarkten vindt je een groot aantal smeersels, yoghurt en ontbijtgranen die beweren dat ze je cholesterolgehalte verbeteren en je risico op hartaandoeningen verminderen.
Maar wat is eigenlijk het bewijs dat het hebben van een hoog cholesterol- of hoog LDL-gehalte (low density lipoprotein) de kans op het krijgen van een hartaandoening verhoogt? De studies die voor ons beschikbaar zijn wijzen niet allemaal op een oorzakelijk verband tussen hoog cholesterol en hartaandoeningen. Verschillende studies wijzen op een aantal tegenstrijdige conclusies, en uiteindelijk is het beeld een stuk ingewikkelder dan de meeste media op dit gebied suggereren.
Het verband tussen cholesterol en hartziekten
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat we goede redenen hebben om aan te nemen dat hoog cholesterol en hartaandoeningen nauw met elkaar verbonden zijn. Om te beginnen is er een plausibel klinkende verklaring. Deze verklaring stelt dat LDL’s het “slechte” type cholesterol is, dat zich aan de binnenwanden van je bloedvaten kan hechten en bloedvaten kan verstoppen, wat leidt tot hartaandoeningen zoals beroerte, atherosclerose, angina en coronaire hartziekte. Terwijl HDL’s (hoge dichtheid lipoproteïnen) het “goede” type cholesterol is, en dat heeft het tegenovergestelde effect.
Er zijn enkele redenen om aan te nemen dat deze hypothese correct is. Ten eerste zijn er aanwijzingen voor een verband tussen hoge cholesterol / LDL-niveaus en hartaandoeningen. De Framingham-studie, een prospectieve cohortstudie die begon met meer dan 5000 deelnemers, publiceerde in 1977 een paper waarin werd geconcludeerd dat hogere HDL-niveaus en lagere LDL-niveaus geassocieerd waren met een verlaagd risico op coronaire hartziekten.
Daarnaast verminderen sommige medische behandelingen die het cholesterol / LDL-gehalte verlagen, ook het risico op hartaandoeningen. Bijvoorbeel statines zijn effectief in zowel het verlagen van het cholesterolgehalte, en het verminderen van het aantal van coronaire hartziekten, hart- en vaatziekten en beroerte.
Tegenstrijdig bewijsmateriaal
Dit bewijs lijkt erop te wijzen dat er een oorzakelijk verband is tussen cholesterol bij hartaandoeningen. Een nadere bestudering van het probleem kan ons echter sceptisch maken over deze conclusie.
Ten eerste is het bewijs over het verband tussen hoge LDL-waarden en hartaandoeningen ingewikkelder dan het eerst lijkt. Een follow-up van de oorspronkelijke Framingham-studie suggereerde dat er alleen bij mensen onder de 50 jaar die een hoger cholesterolgehalte hadden sprake was van een toename van sterfte door hartaandoeningen of andere oorzaken. Dit is belangrijk als we medicatie of lifestyle-advies willen geven over het voorkomen van hartziekten bij mensen ouder dan 50 jaar. Een recente systematische review suggereert zelfs dat patiënten ouder dan 60 jaar zelfs langer leefden als ze hogere LDL-spiegels hadden, wat direct in tegenspraak is met de hypothese dat je meer kans hebt om te overlijden aan hartziekten, hoe hoger je cholesterolwaarden zijn.
Bovendien, ondanks dat statines een verband vertonen tussen verlaagde cholesterolniveaus en een verlaagd risico op hartaandoeningen, tonen sommige andere medicijnen dit verband niet. Niacine is bijvoorbeeld een cholesterolverlagend medicijn waarvan bekend is dat het de LDL-waarden verlaagt, maar waarvan is aangetoond dat het geen significante vermindering van het risico op een hartaanval, beroerte of sterfte veroorzaakt door hartaandoeningen. Nog zorgwekkender is het geval van Torcetrapib. Dit experimentele medicijn is ontworpen om het aantal hartaandoeningen te verlagen door het LDL-gehalte van patiënten te verlagen. Maar het onderzoek naar Torcetrapib werd vroegtijdig stopgezet omdat het omdat het met een verhoogd risico op overlijden en hartaandoeningen in verband werd gebracht.
Een oorzakelijk verband?
Wat zegt het dat aanzienlijke hoeveelheden bewijsmateriaal over cholesterol en hartziekten in volledig tegengestelde richtingen wijzen? Er is geen eenduidig antwoord op waarom het bewijsmateriaal over dit probleem zo rommelig is, maar waar je over kunt nadenken, is wat we precies bedoelen als we het hebben over ‘oorzaken’ in de geneeskunde.
In het geval van risicofactoren zoals cholesterol, betekent een ‘oorzaak’ niet dat de aanwezigheid van deze risicofactor altijd zal leiden tot een bepaalde ziekte. Dit hangt af van andere factoren, zoals leeftijd, comorbiditeit, levensstijl en mogelijk geluk.
Het is allemaal lang niet zo eenvoudig als de bewering :’de tbc-bacterie veroorzaakt tuberculose’. In plaats daarvan kijken we naar een complex scala van onderling gerelateerde mechanismen, die er allemaal wel of niet toe kunnen leiden dat iemand ziek wordt. Wanneer het onduidelijk is over hoe deze mechanismen precies werken of hoe ze zich tot elkaar verhouden, zal het onvermijdelijk moeilijk en verward zijn om voorspellingen te doen over gezondheidsresultaten.
Voor een meer diepgaande kijk op bewijs over hartziekten en cholesterol, raad ik deze twee video´s aan :
Video van Dr Daniel Aronov:
The Truth About Cholesterol – Does It Cause Heart Disease?
Video van Dr Malcolm Kendrick
Cholesterol – Video: The cholesterol hypothesis is wrong – Malcolm Kendrick – Part 1